vrijdag 9 mei 2008

Indonesië: Surabaya een dode stad

Surabaya (Garden Hotel)

We worden op deze tweede ochtend in Indonesië wakker in een stad waar een bezoek van drie uur voldoende zou zijn geweest en heb ik drie nachten in Surabaya geboekt! Twee nachten was slimmer geweest en door mijn enthousiasme om drie nachten te boeken in Surabaya moesten we een saaie laatste dag zien door te komen. Wat te doen in deze lelijke stad?
Tettje had zijn Nederlandstalige reisgids zorgvuldig bestudeerd en was niet verder gekomen dan de plaatselijke dierentuin “De Surabaya Zoo”, misschien aangevuld met een oude onderzeeër die we ergens onderweg langs de rivier hadden gezien, te bezoeken. De “Kibun Binatang Surabaya” was op de GPS gevonden en een roze streep wees ons op het beeldscherm de kortste weg voor een voetganger. Ruim vijf kilometer wandelen in de drukkende warmte van de tropen, daar draaien we onze hand niet voor om en er zou meteen ook een uur van deze lange dag wachten voorbij zijn.
De weg naar de dierentuin toe was onaantrekkelijk door een mix van een woon- en zakenwijk, kaarsrecht en oneffen. Regelmatig struikelden we over opstekende tegels terwijl we om dikke bomen zigzagden die in het midden van het trottoir ons de weg versperden en stapten we over grote gaten. Na een tijdje zijn we maar op de rijweg gaan  wandelen omdat het gemotoriseerd verkeer het enige is waar men hier, net zoals in bijna alle Aziatische ontwikkelingslanden, rekening mee houd.

De dierentuin ligt een eind verder van de binnenstad dan het reisboek van Tettje beschrijft. Bezweet, en duizelig van de dorst, sluiten we achter aan in de korte rij Indonesiërs voor de loketten. We hebben trouwens nog geen enkele westerling in Surabaya gezien de afgelopen twee dagen. Het zal hier wel geen toeristische storm lopen.
Het eerste probleem van de dag duikt hier meteen op! Ze kunnen niet teruggeven van onze 50.000 roepia (ongeveer € 3,-). We kunnen praten wat willen maar ik zie uiteindelijk toch wel in dat ze dit waarschijnlijk niet met opzet doen en dat ze het zelf ook een beetje ongemakkelijk vinden. Er is hier ook een dubbel prijzen systeem! Als buitenlanders betaal je meer dan een Indonesiër. Wel zo vriendelijk en je voelt je ook meteen welkom.
Dus kunnen we uit de twee voorgestelde opties kiezen:
a. Gepast betalen en op deze manier meteen van al ons klein papiergeld af zijn, of
b: genoegen nemen met 25.000 en zo 5.000 roepia verliezen.

Een bespottende glimlach op het gelaat van een vrouw zodra ze ons ziet, zonder hoofddoekje die uit het niets de kassa betreed, geeft me een onaangenaam gevoel. De andere vrouw achter de kassa valt opvallend uit haar serieuze rol en begint zachtes mee te giechelen. De stortvloed van bahasa tussen de twee lolbroeken geeft me het gevoel dat we worden uitgelachen en dat ze met veel plezier de 5000 roepia uit onze zakken willen kloppen.
Ik ben en blijf nu eenmaal een terpentijnzeiker. Als ze die truc een paar keer per dag kunnen uitvoeren, wat ik betwijfel, dan is er snel een extra dagloon verdiend. Zonder één klein bankbiljet over in onze portemonnee betreden we de dierentuin. Mochten we later nog wat nodig hebben dan is het probleem gewoon voor ons uit geschoven.
Bij een klein kraampje net achter de ingang van de dierentuin wordt het tijd om wat te drinken. Ik voel me als een uitgeperste steen! Twee flesjes gekoeld drinkwater. Met een beetje angst in mijn lichaam overhandig ik het gewraakte 50.000 roepia biljet aan de kleine gebruinde vrouw. Zonder een woord te zeggen en met een brede glimlach overhandigt ze ons het wisselgeld. Ik tel het voor de zekerheid nog even na want met deze astronomische bedragen heb je snel een fout gemaakt! Met een opgelucht gevoel pers ik de dikke stapel vieze en vuile veelgebruikte bankbiljetten in mijn agenda. Wel heeft mijn vertrouwen in de eerlijkheid van de Indonesische bevolking een knik opgelopen. We moeten attent blijven! Hoe vriendelijk de mensen ook lijken.
De dierentuin is niet hopeloos of nutteloos te noemen want daarvoor hebben we teveel gelukkige en opgewonden Indonesische kinderen gezien. Voor ons zelf bleven de hoogtepunten echter beperkt en een groep luie Indonesiërs die een paar boomstammen over een smalle gracht probeerde te slepen was eigenlijk het leukste moment voor ons.
Met een goed getimed Satu, Dua, Tiga (een, twee, drie) wordt de boomstam door de kleine slanke mannen alle kanten opgesleurd behalve de goede. Het is een passend tafereel dat duidelijk de werkmentaliteit van de doorsnee Indonesiërs toont. Tettje en ik kunnen uren naar werken kijken en met een flesje koud water in de hand aanschouwden wij het hele spektakel. Het duurt voor ons ook te lang en we gaan weer verder de dierentuin in.
Tijdens de wandeling zinken mijn gedachten weg in de geschiedenis van Indonesië. Waren die Hollanders ècht zo slecht? Hebben we de bevolking ècht uitgebuit? Of hebben we misschien toch nog wat achtergelaten waar de Indonesiërs nu nog profijt van hebben? Waarom hebben we op school zo weinig geleerd over onze koloniën? Waarom ligt dit hoofdstuk uit de vaderlandse geschiedenis zo gevoelig? Deze reis zal waarschijnlijk de vele vragen in mijn hoofd wel beantwoorden.

De vogels, zoogdieren en andere variëteiten doen niet onder voor elkaar. De drukkende warmte van de late ochtend maakt alles en iedereen loom en slaperig. Het is niet voor niets dat het oerwoud pas na zonsondergang tot leven komt.
Voor 3.000 roepia extra kunnen we ook het aquarium en het nachtdierenverblijf bezoeken en de 23 eurocent was niet teveel om ons te beletten om ook deze attractie te betreden. Een half uur de drukkende warmte ontvluchten en omruilen voor de relatieve koelte van het aquarium en de adem afsnijdende stank van het nachtdierenverblijf. Aardig! Maar meer ook niet, en zo waren we een uurtje of twee later klaar op de hoofdattractie van de dierentuin na.

De Komodo Varanen! De grootste hagedissen op de planeet, het zijn bijna levensgrote draken of Dinosauriërs. Een overlevende van lang vervlogen tijden die op een afgelegen eiland van de Indonesische archipel de ondergang van de andere grote reptielen hebben overleefd. De zon heeft ze helaas zo loom gemaakt dat ze opgezet, of zelfs van kunststof, hadden kunnen zijn.
Het bord aan de muur om het verblijf van de Varanen vermeld dat ze net een paar dagen ervoor zijn gevoerd. Ze krijgen twee keer in de maand te eten dus ze zullen wel een paar dagen loom zijn na hun tweewekelijkse maaltijd. En zo zit onze laatste dag in Surabaya er al vroeg op.
Op de terugweg naar het gaan we nog even langs het station om de vertrektijden van de trein te bekijken. Er zijn tenslotte maar vier treinen per dag. Natuurlijk kunnen we met de bus gaan maar we houden allebei van reizen met de trein. En de “Kereta Api” die door de Hollanders is aangelegd blijft toch de mooiste manier om door het groene landschap van Indonesië te reizen.
We kiezen een andere route naar het station! Lelijker dan de heenweg is haast niet mogelijk maar ook de andere route richting het station komt er dicht bij. Over steden heb ik nu wel een slecht gevoel! Hoe lelijk zouden Surakarta en Yogyakarta wel niet kunnen zijn? Ik had beelden van oude mooie koloniale huizen langs groene lanen. Het is hier allemaal staal, glas en beton dat zonder enige vorm van regulering of bouwplanning langs de wegen en straten is neergezet.
Ons hotel is maar tien minuten lopen van het treinstation, dus het is goed dat we precies weten wanneer de trein vertrekt. Dan hoeven we niet uren op de volgende te wachten. Bij navraag aan het loket worden we prima geholpen. Natuurlijk krijgen we de aanbeveling om de duurdere “Eksekutif” trein te nemen. Maar voor deze prijzen is dat geen probleem! De stoelen in de trein zijn genummerd. Dat klinkt vreemd maar mijn ervaringen zijn dat het reizen in de trein zonder een genummerde stoel minder voorkomt dan het reizen met een genummerde stoel.

Een snelle blik op het perron om te zien wat we morgen kunnen verwachten en we gaan weer verder. De onderzeeboot wordt wegens de opkomende trek overgeslagen. Op naar de vierde verdieping van het winkelcentrum en een Nasi en Bami Goreng. Maar dat is niet genoeg! Een tweede maaltijd bij Pizza Hut ,voor de eerste keer fastfood in Indonesië, we nemen het er maar van want je weet nooit wanneer er weer een einde aan de ogenschijnlijke reeks maaltijden van Nasi of Bami Goreng komt.
Copyright/Disclaimer